Artikel 11

Lonen

  • 1.De werknemer ontvangt als basisloon het uurloon behorend bij de loongroep en het ervaringsjaar van de functie waarin hij overeenkomstig artikel 10 is aangesteld. Deze basislonen zijn uitgewerkt in bijlage III (loontabel).
  • 2. a) De werkgever kan een aanloopsalaris toepassen. Dit aanloopsalaris ligt 15% onder het salaris van de salarisgroep. Als minimum geldt het wettelijk minimumloon.
  • b) Het aanloopsalaris kan toegepast worden bij de werknemer met een functie in de groepen 2 tot en met 7 en met wie voor de eerste keer een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan.
  • c) Het aanloopsalaris kan maximaal 1 jaar toegepast worden.
  • 3.De lonen worden gedurende de cao periode als volgt aangepast:
    a) per 1 oktober 2022: een structurele verhoging van 4%.
    per 1 januari 2023: een structurele verhoging van 4%.
    per 1 januari 2024 een structurele verhoging van 2%.
  • Deze verhogingen zijn inclusief de APC zoals bedoeld in lid 4 van dit artikel.
  • b) Werknemers die op 1 oktober 2022 in dienst zijn ontvangen een eenmalige uitkering van € 1000,- bruto ter compensatie van de gestegen kosten in de afgelopen maanden. Parttimers ontvangen de eenmalige uitkering naar rato van hun contracturen. Werknemers die op 1 oktober 2022 korter dan een jaar in dienst zijn, ontvangen de uitkering naar rato van het aantal maanden dat zij in dienst zijn. Deze uitkering wordt zo snel als mogelijk, maar voor 1 december 2022 betaald.
  • 4.Per 1 maart volgend op de cao-periode worden de lonen verhoogd met eenzelfde percentage als de procentuele stijging van de consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens afgeleid zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek; als percentage geldt de procentuele stijging van de CPI van de maand december van 2 opeenvolgende jaren. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen (bijvoorbeeld stagflatie) zullen cao-partijen de toepassing van dit lid en de gevolgen daarvan met elkaar bespreken alvorens tot toepassing over te gaan.
  • 5.Werkonafhankelijke toeslagen die de werknemer structureel ontvangt, worden – voor de betrokken werknemer – als vast bestanddeel opgenomen in de lonen.
  • 6.Indien een bedrijf reeds een vervangend integraal functiebeoordeling- en beloningssysteem, op basis van met partijen aan werknemerszijde danwel met haar OR, was overeengekomen, die ook facetten geregeld in leden 3 en 4 insluit, zal in de hier bedoelde gevallen de totale loonbepaling van artikel 11 en de daarbij behorende bijlagen worden uitgezonderd.
  • 7.Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever werkzaamheden in een hoger ingeschaalde functie dient te verrichten, wordt hem het uurloon behorend bij die functie uitbetaald.
  • 8.Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever werkzaamheden in een lager ingeschaalde functie dient te verrichten, zonder dat de kwaliteit van zijn werk of zijn gedrag daartoe aanleiding heeft gegeven, behoudt hij het uurloon bij de functie waarin hij is aangesteld.
  • 9.De administratie van de werkgever dient zodanig te zijn ingericht, dat steeds op eenvoudige wijze is na te gaan welke berekening aan de uitbetaalde lonen ten grondslag ligt. Bij elke loonbetaling verstrekt de werkgever aan de werknemer een specificatie.