- 1.Functie
In bijlage 1 zijn de functies opgenomen. De werkgever bepaalt de functie van de werknemer. De werkgever kijkt daarbij naar de werkzaamheden van de werknemer. - 2.De werkgever laat schriftelijk weten:
– welke functie met functieomschrijving de werknemer heeft
– in welke loongroep de werknemer is ingedeeld en
– welk ervaringsjaar is toegekend. - 3.Geschillen over functie-indeling
Is er een geschil over de functie-indeling? Dan kan de werkgever dit voorleggen aan de commissie functie-indeling. Het reglement van deze commissie is opgenomen in de fonds-cao. - 4.Ervaringsjaren
- a.Ieder jaar op 1 januari krijgt de werknemer het recht op een ervaringsjaar. Dit gebeurt tot de werknemer het maximaal aantal ervaringsjaren in de loongroep heeft bereikt. Om recht te hebben op een ervaringsjaar moet de werknemer minimaal een jaar in de functie gewerkt hebben.
- b.De werkgever kan er voor kiezen om ervaringsjaren toe te kennen op basis van een functiebeoordeling. Als de werkgever hiervoor kiest is sub a niet van toepassing. De functiebeoordeling vindt plaats volgens het protocol functiebeoordeling (bijlage 8). Per bedrijf moeten de kwalificaties voor tenminste 2/3 goed, zeer goed of uitstekend te zijn.
- 5.Andere werkzaamheden
- a.Vraagt de werkgever de werknemer werkzaamheden te doen die bij een hoger ingeschaalde functie passen? Dan wordt het uurloon passend bij die functie uitbetaald.
- b.Vraagt de werkgever de werknemer werkzaamheden te doen die bij een lager ingeschaalde functie passen? Dan houdt hij het uurloon bij de functie waarin hij is aangesteld. Dit geldt niet als de kwaliteit van het werk of het gedrag van werknemer daarvoor de reden was.
Artikel 18