- 1.Aan de werknemer, die onafgebroken in dienst is van dezelfde werkgever worden de volgende extra vakantiedagen door deze gegeven en betaald:
- -bij langer dan 5 jaar dienstverband 1 dag;
- -bij langer dan 10 jaar dienstverband 2 dagen;
- -bij langer dan 15 jaar dienstverband 3 dagen;
- -bij langer dan 20 jaar dienstverband 4 dagen;
- 2.Aan de werknemer geboren op of na 1 januari 1965 worden door de werkgever de volgende extra doorbetaalde vakantiedagen gegeven:
- -vanaf 10 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 1 dag;
- -vanaf 9 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 2 dagen totaal;
- -vanaf 8 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 3 dagen totaal;
- -vanaf 7 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 4 dagen totaal;
- -vanaf 6 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 5 dagen totaal;
- -vanaf 5 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd tot de AOW-gerechtigde leeftijd: 6 dagen totaal.
- 3.Aan de werknemer geboren voor 1 januari 1965 worden door de werkgever de volgende extra doorbetaalde vakantiedagen gegeven:
- -55 jaar 1 dag;
- -56 jaar 2 dagen totaal;
- -57 jaar 3 dagen totaal;
- -58 jaar 4 dagen totaal;
- -59 jaar 5 dagen totaal;
- -60 tot de AOW-gerechtigde leeftijd 6 dagen totaal.
- 4.De in dit artikel gegeven extra vakantiedagen gaan in met ingang van het nieuwe vakantiejaar.
Artikel 21