Tijdens je werk kun je te maken hebben met explosiegevaar. Een explosie ontstaat door een combinatie van drie elementen:
* zuurstof;
* brandstof:
* een ontstekingsbron
De aanwezigheid van een brandstof en zuurstof zijn dus twee belangrijke bronnen. Daarnaast moet er sprake zijn van ‘atmosferische omstandigheden’. Dit houdt in dat er gewerkt wordt bij een druk tussen de 0,9 en 1,1 bar en een temperatuur tussen de -20 en 60 graden Celsius. Als de brandstof en zuurstof dan ontstoken wordt door een bron ontstaat de explosie. Bronnen zijn bijvoorbeeld vuur of statische elektriciteit.
Risico
Het explosiegevaar is aanwezig als gewerkt wordt met:
- brandbare stoffen ( bijv. alcohol, terpentine, aceton en ether);
- brandbare gassen (bijv. waterstof, biogas en acetyleen);
- brandbare vaste stoffen (bijv. kleine deeltjes of poeders, meel, suiker, veevoeder en houtstof.